Wat doet droogte met het onderwaterleven, en herstelt het zich wel?


5 mei 2023

De droge zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 lijken nog als de dag van gisteren. We bereiden ons weer voor op een mogelijke volgende droge zomer, want door het veranderende klimaat hebben we steeds vaker te maken met weersextremen. Droogte en wateroverlast wisselen elkaar in snel tempo af. Maar wat betekenen die lange periodes van droogte voor het onderwaterleven? De dieren en planten in sloten en beken? De verwachting is dat vissen, ongewervelde waterdieren (ook wel macrofauna), waterplanten en algen die in veel wateren al onder druk staan, verder onder druk komen te staan. In dit uitgebreide artikel leggen we het je uit.

Effecten afhankelijk van meerdere factoren: regelmaat en intensiteit

Het effect van droogte op de planten en beesten in sloten en beken is afhankelijk van de regelmaat en de intensiteit. Droogte kan leiden dat sommige type wateren helemaal droogvallen. Dit kan regelmatig optreden en is dan min of meer terugkerend en voorspelbaar, zoals in de zomer. Seizoensgebonden droogval komt van nature jaarlijks voor in droogvallende bovenlopen, greppels, sloten, poelen en vennen en ook in de oever van wateren met een natuurlijk peil. De planten en beesten kunnen zich hieraan enigszins aanpassen. Van nature bevatten droogvallende wateren karakteristieke dieren (zoals sommige soorten kokerjuffers) en planten (zoals gewone dotterbloem of holpijp) die allerlei aanpassingen hebben om de droogvalperiode te overleven. Dit heet ook wel ‘tolerantie voor uitdroging’. In dit soort wateren kunnen we de effecten van een droge periode goed voorspellen. De impact op de ecologie is op de lange termijn klein.

Bosbeekjuffer

Wanneer we het niet verwachten, zijn de effecten extremer

Hier staat tegenover dat droogval ook onregelmatig kan optreden in perioden of type wateren waarin we het niet of minder verwachten. De effecten zijn dan extremer en de verstoring van ons hele watersysteem groot. De droogte met droogvallende sloten en beken van afgelopen jaren is daar een voorbeeld van. Daarmee bedoelen we dat de soort wateren die normaal gesproken niet droogvallen, dat nu wel doen. Zoals beken, vennen, broekbossen, moerassen en sloten. Dit heeft grote gevolgen voor de planten en dieren in het water. Deze organismen (zoals vlokreeftjes en de weidebeekjuffer) in dit type wateren hebben helaas niet het aanpassingsvermogen bij droogval. De ecologische impact van deze vorm van droogval kan zeer groot zijn, ook op de lange termijn.

Droogvallende sloot

Droogval van sloten en gevolgen voor het onderwaterleven

De effecten van droogval op het watermilieu verschillen van plaats tot plaats. Dit gaat in fasen: het kleiner worden van het watervolume waardoor de temperatuur stijgt, de stroming wordt minder of stopt en de zuurstofhuishouding wordt verstoord door verandering van voedingsstoffen in het water.

Compleet drooggevallen sloot

Uit de waterbodem komen schadelijke stoffen vrij

Wanneer het water droogvalt, kunnen uit de waterbodem voor organismen giftige verbindingen vrijkomen. Ook wanneer we (extra) water inlaten door bijvoorbeeld de inzet van pompen om droogval tegen te gaan, verandert vaak de samenstelling van stoffen in het water. Al deze veranderingen hebben vooral bij onregelmatige droogval grote gevolgen voor het waterleven. Met in het ergste scenario vissterfte tot gevolg en macrofauna, blauwalgenbloei door toenemende concentraties voedingsstoffen in het water, en grotere kans op uitbreiding van exoten door extra opwarming.

Effecten op stromende wateren

Bij toenemende droogte neemt in stromend water de afvoer en stroomsnelheid af. Het stromend water wordt dan een stilstaand water. Door het wegvallen van grondwatertoevoer en stroming warmt het water verder op en ontstaat er meer slib op de bodem. In het weinige water dat overblijft, nemen ook de concentraties van schadelijke stoffen toe. Ook de aanwezige variatie verdwijnt omdat slib het aanwezige zand, grind en blad bedekt. Slib verbruikt zuurstof waardoor de zuurstofconcentraties verder afnemen en er giftige stoffen gevormd worden voor het waterleven. Soms treedt blauwalgenbloei op.

Blauwalg

Juist in stromend water leven veel kenmerkende soorten die gevoelig zijn voor verlagingen in het zuurstofgehalte omdat stromend water van nature altijd veel zuurstof bevat. Deze soorten (zoals de beekrombout en de bosbeekjuffer) zijn specifiek aangepast aan bepaalde substraten (verschillende soorten oppervlak), zoals soorten die zich vasthechten op grind of leven in het grove organisch materiaal. Bedekking met slib vernietigt hun habitat (leefgebied). Slib kan ook de kieuwen doen verkleven van sommige kenmerkende soorten, zoals bepaalde eendagsvliegen en kokerjuffers, waardoor ook deze groep soorten verdwijnt.

Bosbeekjuffer

In een voedselrijke beek verdwijnen bij stilstaand water na ongeveer 1 week de soorten die van stroming houden, zoals de beekrombout en de kokerjuffer (Goera pilosa). Terwijl deze in een natuurlijke beek binnen een maand verdwijnen. Als de droogte doorzet, valt het stilstaande water tenslotte helemaal droog. Met desastreuze gevolgen voor planten en dieren tot gevolg.

Effecten na 2 droge zomers meteen zichtbaar

Effecten van droogte op de visstand blijken na twee opeenvolgende droge jaren al meteen zichtbaar te worden. Hoe vaker dit soort droge jaren voorkomen, hoe sterker de effecten zichtbaar zijn in de visstand. Bovendien is het duidelijk geworden dat elke verkorting van de periode van droogte ecologische winst oplevert: ook wanneer permanente afvoer uiteindelijk niet mogelijk blijkt, heeft het zin om de periode met afvoer te verlengen. Om de soorten die van stroming houden (zoals Rivierdonderpad en Kopvoorn) te behouden blijft stroming wel zeker noodzakelijk, stilstaand water heeft voor deze soort geen meerwaarde.

Collega's redden vissen in droogvallende sloten

Wat doen wij als waterschap?

We nemen neemt structurele maatregelen waarbij de kans dat organismen blijven leven in droge perioden groter wordt:

  • Niet alleen in de zomer maar ook in de winter en het voorjaar staan onze stuwen hoog om water zo goed mogelijk vast te houden. Dat doen we overal in ons beheergebied maar vooral ook bij de hoge gronden waar het sneller droog is.
  • Niet alleen in de grote sloten en beken maar juist ook in de kleine slootjes in het belangrijk om water vast te houden. De afgelopen jaren hebben we bovenop de 1000 stuwen die we al hebben ook rijplaatstuwen geplaatst.
  • We hebben diverse maatregelen uitgevoerd bij natuurgebieden zoals de Deurnsche Peel. Deze zorgen ervoor dat water beter wordt vastgehouden en die gebieden natter blijven. Denk hierbij aan het plaatsen van stuwen, dempen en minder diep maken van sloten en aanleggen van gebieden om overtollig water op te slaan.
  • Ook hebben we flink geïnvesteerd in het aanvoeren van water. Zo kunnen we meer water ons gebied in brengen als er te weinig water is maar vooral ook om het grondwater aan te vullen als er nog geen watertekort is. Dat hebben we gedaan in de peelkanalen en er wordt nu ook een vaste aanvoer gebouwd bij Sambeek.
  • Het incidenteel oppompen van grondwater voor behoud bijzondere soorten.
  • Daarnaast hebben we bij inrichtingsprojecten zoals beekherstel aandacht voor het versterken van de variatie in beken (denk aan dood hout, planten en grindpakketten) en aanleggen van diepere delen zodat schuilplaatsen (refugia) voor dieren ontstaan. Ook het beschaduwen van stromende wateren (minder verdamping oppervlaktewater) en het  aanleggen van vispassages zorgt ervoor dat de veerkracht van het watersysteem wordt vergroot na de droogte.
Wateraanvoer met een pomp als droogtemaatregel

Kun je hier zelf iets tegen doen?

Jazeker! Ook jij kunt helpen door in je tuin tegels te vervangen door planten en het afkoppelen van je regenpijn in combinatie met een regenton zodat het regenwater de grond in kan stromen en het grondwater aanvult. We hebben hier verschillende subsidies voor.

Subsidie klimaatbestendige maatregelen

De Kaderrichtlijn Water (KRW)

Elke dag werken we aan gezond en natuurlijk water. Oftewel aan een watersysteem waarin verschillende soorten planten en dieren kunnen leven, waar vee uit kan drinken en dat geen gevaren oplevert voor onze gezondheid tijdens recreatie. Om dit mogelijk te maken bewaken we de waterkwaliteit en proberen we deze te blijven verbeteren. De KRW is een Europese richtlijn die hieraan bijdraagt en die ervoor moet zorgen dat de ecologische en chemische kwaliteit van het water in sloten en beken en grondwater in heel Europa in orde is. Dit water moet schoon genoeg te zijn om waterleven mogelijk te maken en om er drinkwater van te maken.

Elke week ons laatste nieuws in je mailbox?

Abonneer je nu gratis op onze nieuwsservice