Mogelijke oplossingen


De 11 mogelijke oplossingen die verder worden uitgewerkt zijn:

Extra maatregelen om water vast te houden op de plek waar de neerslag valt. Niet alleen in de regio ’s-Hertogenbosch, maar ook in de hoger gelegen gebieden rond Eindhoven en Helmond en richting België.

Water stroomt van nature naar lager gelegen gronden. Tot pakweg twintig jaar geleden werd water zo snel mogelijk uit gebieden afgevoerd. Vooral door de toenemende droogte is dit veranderd en ligt het accent tegenwoordig op water vasthouden. De afgelopen decennia zijn al vele maatregelen genomen om water vast te houden zodat het infiltreert in de bodem en langzamer afstroomt naar lager gelegen gebieden. Waterschappen willen een robuust watersysteem creëren: want naast droogte hebben we ook steeds vaker te maken met heftige piekbuien en wateroverlast. Onderzocht wordt op welke manier bovenstrooms water vasthouden in een extreem natte situatie als HoWaBo mogelijk is.

Peilscheiding gaat over het splitsen van het maximum-peil voor de Aa en voor De Dommel (bij ’s-Hertogenbosch, zie ook project 2). Om dit te realiseren zal met een bouwwerk een scheiding gemaakt worden tussen het water afkomstig van de Dommel en de Aa.

Door het realiseren van een ‘flexibele knip’ ontstaat er de mogelijkheid om het water van de Dommel en Aa te scheiden dan wel samen te voegen. Dit geeft de waterbeheerders meer grip op de sturing van de afvoerpieken op de Aa en de Dommel. Sturen we het water (nog) naar spuisluis Crèvecoeur of naar het Drongelens kanaal? Kunnen we hier slimmer sturen en daarmee het watersysteem effectiever inzetten?

Eén van de uitdagingen van dit project is de inpassing van een water regulerend bouwwerk binnen de historische vestingwerken van ’s-Hertogenbosch (ter hoogte van het Wilhelminaplein). Hiermee is de Stadsdommel dan tijdelijk af te sluiten.

Door de Dungense Polder in te richten als extra waterbergingsgebied (naast Bossche Broek en Vughts Gement) kan meer water opgevangen worden in extreme situaties.

De laaggelegen Dungense Polder ligt tussen Den Dungen (gemeente St-Michielsgestel) en ’s-Hertogenbosch. Tot ca. 1950 hoorde dit gebied ook bij het Bossche Broek. Door de aanleg van de A2 en N617 is het gebied apart komen te liggen. Nu is het een agrarisch landschap met grote stukken grond, dat op verschillende manieren worden gebruikt. Bij zeer hoog water zal dit gebied vanzelf onder water lopen. Het gebied is daarnaast ook in beeld voor andere functies zoals wonen, natuurontwikkeling en energiewinning. Vandaar dat de gemeente ’s-Hertogenbosch en gemeente Sint-Michielsgestel dit project op zich nemen voor nadere verkenning.

Hoe is het Bossche Broek slimmer in te zetten als waterbergingsgebied?

Bij extreem hoog water wordt op twee plaatsen de dijk geopend waardoor water vanuit de Dommel gecontroleerd in het waterbergingsgebied van het Bossche Broek stroomt. Nu wordt er een ‘gat’ gemaakt, de vraag is of dit niet slimmer (lees: peilgestuurd) kan gebeuren.

Door simpelweg een opening te maken in de dijk stroomt het Bossche Broek in een crisissituatie binnen een paar dagen vol. Het idee is om het waterbergingsgebied meer te gaan benutten als stuurmiddel van het waterpeil. Steeds als het waterpeil het maximaal toelaatbare niveau bereikt wordt de inlaat geopend om het waterniveau van de Dommel iets te drukken. Hoe langer dit vol te houden is, hoe langer er wordt geprofiteerd van de hoge waterafvoer via het Drongelens Kanaal. Door het waterbergingsgebied gestuurd vol te laten lopen is het langer te benutten en blijft afvoer via het Drongelens Kanaal op peil: in totaal meer effect. Ook geeft het meer grip op de situatie.

Daarnaast wordt ook gekeken of er misschien méér water is op te vangen in het Bossche Broek. Dat betekent dan wel dat er dijkverhoging nodig is.

Als laaggelegen gebied is de Bokhovense Polder een logische plek om in tijden van nood water te parkeren. Wat zijn de gevolgen als de Bokhovense Polder wordt aangewezen en ingericht als waterbergingsgebied?

De Bokhovense polder ligt in de gemeenten Heusden en ’s-Hertogenbosch en grenst aan de dorpen Bokhoven, Hedikhuizen, Haarsteeg en Nieuwkuijk. Het is een open poldergebied met graslanden, akkers en boerderijen. De polder is belangrijk voor hoe het water wordt beheerd in de omgeving en ook is het waardvol natuurgebied.

In de laaggelegen Bokhovense Polder is veel water tijdelijk te parkeren. Alleen: het is een gebied met intensieve (agrarische) bedrijvigheid én woningen. Het is nu nog niet mogelijk om het water vanuit de Dieze in het gebied te krijgen. Hoe is het overtollige water in crisissituaties snel naar de Bokhovense Polder te leiden? En moeten er bijvoorbeeld nieuwe kades aangelegd worden? Als de overlast voor de omgeving beperkt kan blijven lijkt de bijdrage van deze maatregel substantieel.

Hoe krijgen we het overtollige water sneller en beter in het Engelermeer? Dit project is direct gekoppeld aan project 5 (Bokhovense Polder). De aanleg van een nieuwe inlaat vergemakkelijkt de inzet van het Engelermeer en de Bokhovense Polder als waterbergingsgebied.

Het gaat om een peilregulerende inlaat. Dit is een installatie die wordt gebruikt om het waterpeil in een gebied te reguleren. Het wordt vaak gebruikt in polders of gebieden met een hoog waterpeil. Deze inlaat kan worden geopend of gesloten om water vanuit een hoger gelegen gebied binnen te laten of af te voeren. Het Engelermeer kan met een extra inlaat sneller vollopen, doordat het water niet eerst door waterbergingsgebied Vughts Gement hoeft.

Is het gebied van de Baardwijkse Overlaat toe te voegen aan het waterbergingsgebied van de Vughtse Gement? Wat levert het op en wat zijn de consequenties?

De Baardwijkse Overlaat valt onder de gemeente Vught en de gemeente Heusden. Het is een bos- en waterrijk natuurgebied met ook agrarische functies. Het langwerpige gebied grenst aan de ene kant aan het Drongelens Kanaal en aan de andere kant aan de Vughtse Gement (al ingericht als waterbergingsgebied), de Natura 2000-gebieden Vlijmens Ven en Moerputten en strekt zich uit tot aan Drunen en Elshout.

Een uitgebreid stelsel van dijken is eeuwen geleden aangelegd om zowel water als vijandelijke legers tegen te houden. Tot op de dag van vandaag zorgen de dijken voor droge voeten. Vanaf de late Middeleeuwen tot midden vorige eeuw liep het gebied bij hoogwater standaard onder water. Vandaar ook de naam ‘Overlaat’.

Het Drongelens Kanaal is cruciaal om ’s-Hertogenbosch droog te houden. Dat is al langer dan 100 jaar zo. Is de capaciteit van dit omleidingskanaal te vergroten?

De omgeving van het Wilhelminaplein in ’s-Hertogenbosch is een echt waterknooppunt. De Dommel stroomt vanaf de rand van de Bossche Broek de stad in. Hier begint ook het Drongelens Kanaal.

Dit kanaal is ruim 110 jaar geleden aangelegd. Onder meer bedoeld voor het snel afvoeren van water. Die functie is zeer effectief gebleken. De vraag is nu of die afwatering verder is op te voeren. Bijvoorbeeld door het profiel van het kanaal te veranderen, of door een groene rivier naast het kanaal aan te leggen.

Belangrijk aspect hierbij zijn de gevolgen voor de natuur. Pluspunt kan zijn dat de aanpassing minder verdroging tot gevolg heeft dan nu het geval is.

Kunnen we het peil tijdelijk verhogen bij overstromingsgevaar?

Normaal is het peil bij de Vughterstuw in ’s-Hertogenbosch tussen de 2 en 3m+ NAP. Bij extreem hoogwater (4.90m+NAP) dreigen de straten in en rondom ’s-Hertogenbosch onder water te lopen. Dat gebeurt niet dankzij de waterbergingsgebieden het Bossche Broek en de Vughtse Gement. En (vooral) ook dankzij het Drongelens Kanaal dat bij hoog water maximaal wordt benut om water af te voeren.

Durven we in die dreigende extreme situatie een nog hoger peil aan, namelijk 5.20m+NAP? Dat wordt nu onderzocht. Welke dijkverhogingen zouden dan nodig zijn? Hoeveel kuub water is zo te bergen en af te voeren? Als het mogelijk blijkt is hiermee een forse bijdrage te leveren aan de doelstelling om nu opvang te vinden voor 36 miljoen kuub extra water.

Pompcapaciteit toevoegen aan de huidige spuisluis Crèvecoeur. Een kansrijke maatregel die op korte termijn een flink deel van het wateroverlastprobleem kan opvangen.

Spuisluis Crèvecoeur in ’s-Hertogenbosch is de grootste sluis van waterschap Aa en Maas. Bij lage en hoge waterafvoeren van Dommel en Aa ‘spuit’ de sluis water de Maas in waarmee overstroming wordt voorkomen. Dit spuien gebeurt onder vrij verval. Staat het water in de Maas echter te hoog, dan gaat de sluis dicht en wordt het water uit de Aa en De Dommel alleen nog via het Drongelens Kanaal op de Maas geloosd (bij Waalwijk, want daar is het Maaspeil lager). Door de toevoeging van een gemaal met meerdere pompen kan bij Crèvecoeur ook in extreme hoogwater-situaties op de Maas bij ‘s-Hertogenbosch nog water op de Maas worden afgevoerd. Aanleg van het gemaal lijkt een effectieve (maar dure?) maatregel die op korte termijn resultaat geeft.

Om de bovenstroomse afvoer richting ’s-Hertogenbosch te beperken is het mogelijk de afvoerfunctie van het Wilhelminakanaal te vergroten.

Neerslag die in hoger gelegen gebied (bovenstrooms) van de Aa en Dommel valt wordt gedeeltelijk afgevoerd via het Wilhelminakanaal. Net zoals het Drongelens Kanaal wordt het Wilhelminakanaal benut als omleidingskanaal. Is dit kanaal mogelijk beter te benutten?

Bij dit project wordt nadrukkelijk samengewerkt met Rijkswaterstaat. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag hoe in tijden van wateroverlast meer water is af te voeren op het Wilhelminakanaal, maar ook hoe in droge periodes water vanuit het kanaal is te hergebruiken.