Primeur in Nederland: meer dan 500 extra collega’s in de strijd tegen woekerplanten


11 september 2025

We hebben er maar liefst meer dan 500 nieuwe collega’s bij. Geen mensen, maar piepkleine galmijten en snuitkevers. Die 500 zijn alléén nog maar de snuitkevers. De galmijten komen daar nog bovenop. Deze biologische bestrijders gaan ons helpen in de strijd tegen twee hardnekkige woekerplanten: de watercrassula en de grote waternavel. Het is voor het eerst dat Nederland toestemming geeft om zulke natuurlijke vijanden daadwerkelijk uit te zetten. Een primeur dus!

Snuitkever uitgezet in ons werkgebied

Gisteren hebben we in ons werkgebied bij Haps en bij kasteel Maurik (werkgebied van waterschap de Dommel) een belangrijke stap gezet. Daar is voor het eerst de snuitkever uitgezet: een kleine kever die in Zuid-Amerika de grote waternavel in toom houdt. Nu mag hij dat ook bij ons doen. De verwachting is dat de kever de woekerplant verzwakt en zo ruimte maakt voor andere soorten planten en dieren.

Nu is de galmijt aan de beurt

Ook de watercrassula krijgt een natuurlijke vijand: de galmijt uit Australië. Deze mijt is maar 0,1 millimeter groot en dus met het blote oog nauwelijks te zien. Toch kan hij veel schade aanrichten, in positieve zin. Hij maakt kleine galletjes in de plant, waardoor de watercrassula verzwakt en zich minder snel kan uitbreiden.

Van Australië via Engeland naar Nederland

De weg van de galmijt naar Nederland was een hele reis. Eerst zijn er Nederlandse watercrassula-planten naar Engeland gebracht. Daar werden ze onder gecontroleerde omstandigheden ‘besmet’ met galmijten. Vervolgens kwamen de planten terug naar Nederland, en vandaag (11 september 2025) plaatsen we ze terug in de natuur. Vanaf nu kan de galmijt zich verspreiden en zijn werk gaan doen.

Waarom dit zo belangrijk is

Woekerplanten zoals de watercrassula en grote waternavel zorgen voor veel problemen:

  • ze overwoekeren sloten en beken
  • ze verstikken inheemse soorten
  • ze verslechteren de waterkwaliteit
  • en ze zorgen voor miljoenen aan bestrijdingskosten

Met deze primeur hopen we dat de natuur ons gaat helpen. Door natuurlijke vijanden in te zetten, kunnen we de overlast structureel verminderen en de biodiversiteit herstellen.

Onze ecololoog Janneke van der Loop op radio 1

Op radio 1 vertelt onze ecoloog Janneke van der Loop over het belang van de pilot en waarom dit zo uniek is. “Dankzij Aa en Maas hebben we dus twee nieuwe diersoorten in Nederland. En ze gaan ons helpen onze wateren weer gezonder te krijgen.”

Luister naar het radiofragment over de pilot

Strenge vergunning: nog nooit eerder toegestaan

Het uitzetten van deze dieren is uniek. Voor het eerst in Nederland is een vergunning verleend voor de import en uitzet van biologische bestrijders. Dat gebeurde pas nadat uitgebreid onderzoek had aangetoond dat de dieren veilig en doelgericht zijn. Ze kunnen namelijk alleen overleven op watercrassula of grote waternavel en richten géén schade aan andere planten aan. De toestemming van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is daarom een mijlpaal: dit is nog nooit eerder gebeurd.

Meer onderzoek met natuurlijke vijanden

De inzet van de snuitkever en galmijt staat niet op zichzelf. Ook andere invasieve soorten vragen om een oplossing. Zo wordt de Japanse bladvlo onderzocht als mogelijke natuurlijke vijand van de Japanse duizendknoop. Al deze onderzoeken vallen onder het landelijke Biocops-onderzoek, waarin waterschappen, gemeenten en kennisinstellingen samenwerken.

Samen werken aan innovatie

Dankzij deze unieke samenwerking zetten we een grote stap vooruit in de strijd tegen invasieve exoten. En met onze nieuwe ‘collega’s’, de galmijt en de snuitkever krijgen we er natuurlijke bondgenoten bij in ons werk voor gezonde en biodiverse wateren.

Meer weten? Lees verder op de website van STOWA.