De Zuiderwaterlinie: het verhaal van het water als vriend en als vijand (deel 1)


28 juli 2022

De een heeft er nog nooit van gehoord en voor de ander is het gesneden koek: de Zuiderwaterlinie. Voor iedereen die daar ergens tussenin zit – die de klok wel eens heeft horen luiden, maar niet weet waar de klepel hangt – leggen we in dit eerste deel graag uit wat de Zuiderwaterlinie is en hoe ze is ontstaan. In deel twee gaan we in op waarom de Zuiderwaterlinie nu nog belangrijk is en wat we daar als Brabants waterschap mee doen.

Een eeuwenoude verdedigingslinie

Het begon met de aanleg van de ‘Linie van Eendracht’ in 1582 tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Langs de Eendracht, een zijarm van de Schelde, werden op hogere gronden forten en aarden verschansingen aangelegd. Samen met het gecoördineerd onder water zetten van de lagere stukken land (inundatie), probeerden de opstandelingen in Zeeland en West-Brabant de Spaanse troepen buiten de deur te houden. Toen enkele jaren later ook de vestingen van Bergen op Zoom en Steenbergen werden belegerd werd ook daar een waterlinie aangelegd: de West Brabantse Waterlinie. Dit stelsel van beheerd watersysteem en versterkingen wordt beschouwd als de eerste waterlinie van Nederland en een belangrijke bouwsteen voor de latere Zuiderwaterlinie.

De Moerasdraak

Het bleek een effectief verdedigingswapen te zijn, dat in die oorlogsjaren meerdere malen is ingezet. Ook door de Spanjaarden. Zo loopt Maurits van Nassau zich letterlijk vast in het moeras, wanneer hij ‘s Hertogenbosch in 1601 en 1603 op de Spanjaarden wil veroveren. Dit leverde de stad zelfs de bijnaam ‘Moerasdraak’ op. In 1629 deden de Staatsen onder leiding van prins Frederik Hendrik weer een poging de vestingstad ’s Hertogenbosch in te nemen. Deze keer wel met succes, nadat hij met hulp van duizenden boeren een 50 kilometer lange dijk om de stad had opgeworpen en het gehele inundatievlak rond de vesting leeg had weten te pompen.

De Zuiderfrontier van Menno van Coehoorn

Na de beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 raakten de verdedigingswerken in verval. Maar de dreiging was daarmee niet van de baan. In het Rampjaar 1672 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen van Münster en Keulen. Volgens het Nederlandse gezegde was “het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos”. Ternauwernood wist Holland de invasie van het 120.000 manschappen tellende leger van de Franse koning Lodewijk de 14e te voorkomen door het onder water zetten van grote stukken land tussen Muiden en Gorinchem: het ontstaan van de Hollandse Waterlinie.

Om toekomstige bedreigingen uit het zuiden het hoofd te kunnen ontwierp fortificatiespecialist Menno van Coehoorn, in opdracht van de Raad van State, een ketting van waterlinies, waaronder de oost-west lopende waterlinie in het zuiden, de ‘Zuiderfrontier’. Hij smeedde de vestingen tussen Bergen op Zoom en Grave en de daarbij behorende versterkingen en hun ommelanden aaneen tot één linie. De aanleg startte in 1701. Het Brabantse deel van dit Zuiderfrontier, zijn historische voorlopers en latere uitbreidingen noemen we nu De Zuiderwaterlinie. Het is de langste aaneengeschakelde linie van vestingsteden, forten en inundatiegebieden van Nederland, die 12 historische vestingsteden en hun ommeland met elkaar verbindt.

Zuiderwaterlinie
Zuiderwaterlinie