Veelgestelde vragen windenergie rwzi Land van Cuijk
Op deze pagina vind je de veelgestelde vragen over windenergie op onze rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Haps. Deze informatie hoort bij een informatiepagina. Wil je meer over dit onderwerp weten?
Je kunt je vragen stellen per e-mail: wind-haps@aaenmaas.nl of bellen met de omgevingsmanager, Johan van Alphen, telefoon: 06-20 11 41 87.
Bij het project zijn verschillende overheden betrokken. Allereerst is er de gemeente Land van Cuijk. Zij zijn verantwoordelijk voor het beleid over wind in de gemeente en bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning die het waterschap moet aanvragen om de windturbines te mogen plaatsen. Ook de provincie Noord-Brabant heeft een rol in het project. De provincie is het gezag als het gaat om het ruimtelijk beleid van de provincie. Zij letten erop dat windturbines niet kriskras in het landschap worden geplaatst. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor het landelijk beleid voor duurzame energie en waar duurzame energie opgewekt moet worden. Deze overheid heeft dat georganiseerd door indeling in RES regio’s. RES staat voor Regionale Energie Strategie. Land van Cuijk valt binnen de RES Noordoost Brabant.
De overheid die direct betrokken is, is de gemeente Land van Cuijk. Zij moeten via een vergunning toestemming geven voor de plaatsing van de windturbines. Het waterschap vraagt deze bij hen aan. Het gaat over een Wabo-vergunning. Wabo staat voor Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De provincie speelt een rol omdat die heeft bepaald dat windturbines in clusters van minimaal 3 windturbines gegroepeerd moeten zijn. Dat beleid is verwoord in de Omgevingsvisie en de Interim Omgevingsverordening.
De hoogte van een windturbine wordt omgeschreven in een ashoogte en de tiphoogte. In onderstaande tabel staan de hoogten vermeld waar we op dit moment vanuit gaan.
Ashoogte | Tiphoogte | |
---|---|---|
Op de RWZI | Circa 70 m | Circa 100 m |
Buiten de RWZI | 111 m | 180 m |
Het waterschap wil twee windturbines plaatsen op het terrein van de rioolwaterzuivering en twee windturbines oostelijk van de rioolwaterzuivering. Zie ook het kaartje.
Er zijn twee manieren van participeren in dit project:
- Informeren: het waterschap houdt bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden op de hoogte van de ontwikkelingen via informatiebijeenkomsten, persoonlijke gesprekken met belanghebbenden en informatiebronnen als de website, nieuwsbrieven. Ook is het mogelijk te bellen of mailen met de projectmanager en de omgevingsmanager van het waterschap.
- Financiële participatie: de mogelijkheid voor betrokkenen om te profiteren van de opbrengst van de windturbines. Deze manier van participeren werkt het waterschap op dit moment uit en daarover volgt nog aanvullende informatie.
Het waterschap pakt de verduurzaming aan door in eerste instantie goed te kijken naar mogelijke energiebesparing bij het waterschap zelf. Dat is intussen afgerond. Vervolgens heeft het waterschap gekeken naar de mogelijkheden om zonne-energie te gebruiken als energievoorziening. Door het aanleggen van zonneparken op de terreinen van rioolwaterzuiveringen kan in een groot deel van de energiebehoefte worden voorzien. Met deze twee stappen heeft het waterschap al zo’n 90% gehaald. Omdat er niet meer mogelijkheden zijn voor zonneparken op eigen terrein, is ervoor gekozen om gebruikt te gaan maken van windenergie.
Om elektrische energie van zee naar de rioolwaterzuivering te krijgen, zijn diverse handelingen nodig. Hierdoor vindt er veel energieverlies plaats. Ook zijn de bedragen die ermee gemoeid zijn een veelvoud van de windturbines op de zuivering. Ten slotte is het zo dat de energie vanuit zee bedoeld is voor de industrie, een sector waaronder het waterschap niet valt.
Er zijn twee mogelijkheden om gecompenseerd te worden als er schade is door het plaatsen van de windturbines.
- Planschade: deze kan geclaimd worden als bijvoorbeeld de waarde van vastgoed minder wordt door het plaatsen van de windturbines. Iedereen die denkt planschade te hebben, kan in aanmerking komen voor deze vergoeding. Een beroep op planschadevergoeding wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
- Nadeelcompensatie voor ondernemers: als door de plaatsing van de windturbines een ondernemer minder rendement uit een onderneming of investering krijgt, kan een claim daarop een deel van het nadeel compenseren. Ook de claim op nadeelcompensatie moet ingediend worden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
Het waterschap moet net als iedereen voldoen aan wetten, beleidsregels en andere relingen. Hieronder staat een overzicht:
- Gemeentelijk windbeleid (in ontwikkeling)(opent in nieuw venster)
- Provinciaal windbeleid (ruimtelijk en veiligheid) ruimtelijk in de Brabantse Omgevingsvisie(opent in nieuw venster)
- Ruimtelijk in Interim Omgevingsverordening, artikel 3.37 e.v.(opent in nieuw venster)
- Veiligheid(opent in nieuw venster)
- Landelijk windbeleid
- Windenergie op land(opent in nieuw venster)
- Regionaal(opent in nieuw venster)
- Waterschap Aa en Maas (duurzaamheids- en energiebeleid)
De omgevingswet bundelt bestaande wetten. De regels waaraan het waterschap moet voldoen veranderen in principe niet (qua vergunningverlening en de informatie bij de vergunningverlening). Wat wel verandert is dat het waterschap verplicht wordt een participatieproces met de omgeving in te richten. Met de bijeenkomst van 2 maart, de gesprekken met de omgeving en de daarbij behorende communicatie is intussen gestart. De termijnen voor de inspraak zijn geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Deze veranderen niet.
Rijksoverheid – landelijk beleid over doelen duurzaam opgewekte energie (Regionale Energie Strategie) én landelijk ruimtelijk beleid over de plaats waar windenergie opgewekt moet worden.
Provincie Noord-Brabant – ruimtelijk beleid voor windturbines en windparken.
Gemeente Land van Cuijk – lokaal windbeleid (gebaseerd op landelijk en provinciaal beleid), afgifte vergunning plaatsing windturbines (Wabo en na 1 januari 2024 de Omgevingswet).
De gemeente Land van Cuijk is op dit moment bezig met het opstellen van beleid op voor de plaatsing van windturbines binnen het grondgebied van de gemeente. De verwachting is dat dit beleid eind 2023 ingevoerd wordt. De gemeente volgt bij het maken het nieuwe windbeleid van de rijksoverheid.
Het waterschap moet zich, net als ieder ander, houden aan dit beleid en de vastgestelde regels volgen.
Hoeveel geluid een windturbine maakt verschilt per model. Windturbinegeluid ontstaat bij het mechaniek binnenin en door de luchtstroom langs de wieken en de mast. Hoeveel je van dat geluid hoort hangt van verschillende factoren af, zoals de windrichting en de afstand tussen jou en de molen.
Om overlast zo veel mogelijk te voorkomen hebben we in Nederland een geluidnorm afgesproken. Deze bedraagt 47 decibel (dB), gemeten op de gevel van een woning. Om een beeld te geven van hoe luid dat is: 40 decibel is ongeveer het geluid van een koelkast, 50 decibel is te vergelijken met een lichte regenbui.
Hoeveel geluid windturbines mogen maken is wettelijk in een norm vastgelegd. Volgens deze norm mogen windturbines gemiddeld niet meer dan 47 decibel (dB) aan geluid veroorzaken. Die 47 dB betreft het geluidniveau bij de gevel van een woning, dus aan de buitenkant. Binnenin de woning zal dit dus een stuk zachter klinken. Deze norm is een jaargemiddelde en zegt dus niet direct iets over het geluid op een specifiek moment.
Voor de nacht is deze norm 6 dB lager gesteld, dus op 41 dB. De norm voor de nacht is maatgevend: hier moet dus altijd aan voldaan worden.
Op dit moment staat de landelijke norm voor windturbinegeluid ter discussie, omdat deze norm volgens de rechter niet met het juiste onderzoek onderbouwd is. De regering komt binnenkort met een betere onderbouwing van een norm voor windturbinegeluid. Tot die tijd mogen gemeenten of provincies een eigen lokale norm gebruiken, die goed gemotiveerd moet zijn.
Windturbines mogen volgens de wet ’s nachts minder geluid maken dan overdag. In de nacht is er namelijk minder achtergrondgeluid van bijvoorbeeld verkeer en valt het geluid van de windturbine meer op. Daarnaast is er meer stilte nodig om mensen rustig te laten slapen.
De ervaring leert dat het jaargemiddelde geluidniveau aan de buitenkant van woningen in de nacht zo’n 39 decibel is. Dit is ongeveer gelijk aan het geluidniveau in een slaapkamer zonder activiteit. Af en toe kan het geluidniveau in de nacht maximaal 3 tot 5 decibel hoger zijn dan dit gemiddelde. Dit kan voorkomen als het hard waait en de windturbine op maximale snelheid draait. Hoe harder een windturbine draait, hoe meer geluid deze maakt. Maar het is niet zo dat windturbines altijd harder gaan draaien als het harder waait. Vanaf een bepaalde windsnelheid wordt de snelheid van de windturbine namelijk begrensd. De windturbine wordt dan afgeremd en maakt dan dus minder geluid. Zo wordt voorkomen dat het geluid ’s nachts de norm overschrijdt.
Er wordt inderdaad gerekend met een gemiddeld geluidniveau over een jaarperiode. In theorie zou dit kunnen betekenen dat de tijd dat een windturbine stilstaat het gemiddelde omlaag haalt. Dan kan het dus ook zo zijn dat er perioden zijn waarin het geluidniveau veel hoger ligt dan de norm. In de praktijk is dat om drie redenen niet het geval. Zo is een windturbine heel veel vaker wél in bedrijf, dan dat de molen stilstaat. Daarnaast zijn de momenten van stilstand, omdat het niet hard genoeg waait, al meegenomen in de geluidberekeningen. Bovendien is een windturbine vanaf een bepaalde windsnelheid begrensd, waarmee pieken in het geluidsniveau nooit hoger zullen zijn dan 44-46 decibel.
Veel mensen beschrijven het geluid van een windturbine als een soort ruis. Het geluid is te vergelijken met dat van de branding van de zee, waarbij het soms harder is en soms zachter klinkt. Daarnaast zijn de bladen die voor de paal langskomen soms te horen. Dit is voor te stellen als een ‘woesh woesh’-geluid.
Er is de afgelopen jaren veel innovatie geweest, hierdoor zijn moderne windturbines vaak stiller dan oudere windturbines.