Windenergie rwzi Land van Cuijk
Het Rijk heeft in 2019 het Klimaatakkoord vastgesteld. Daarin staat dat alle overheidsorganisaties in Nederland de CO2-uitstoot moeten verminderen en over moeten stappen op duurzame energieopwekking. Wij delen deze ambitie. Daarom zetten wij ons ervoor in om op onze eigen locaties in 2030 net zoveel duurzame energie te produceren als we gebruiken. Dit doen we onder andere door het plaatsen van zonnepanelen op alle mogelijke locaties. Maar dat is niet genoeg om die doelstelling te halen. Daarom verkennen we ook de mogelijkheden voor windenergie.
Verkenning
Tijdens een eerste verkenning hebben we op hoofdlijnen onderzocht waar een windproject mogelijk is. Daarbij is gekeken naar verschillende aspecten, zoals beschikbare ruimte, effecten op de omgeving en financiële en technische haalbaarheid.
Hieruit blijkt dat het plaatsen van vier windturbines bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Haps kansrijk is. De uitkomsten zijn gunstig genoeg om het project verder uit te werken. Omdat de verkenning nog op hoofdlijnen is, zijn aanvullende onderzoeken nodig om te bepalen of en hoe de windturbines hier geplaatst kunnen worden.
Locatie
Wat gaan we doen?
Aanvullend onderzoek
Voordat er voor het windproject een vergunning aangevraagd kan worden, is diepgaander onderzoek nodig. Sommige onderzoeken zijn wettelijk verplicht, andere onderzoeken zijn wenselijk om tot een goede inpassing te komen. Daarbij kijken we onder meer naar veiligheids- en geluidsnormen, radarstoring en inpassing in het landschap. Ook onderzoeken we de juridische en financiële mogelijkheden om meeropbrengst ten gunste van de omgeving te laten komen. Informatie over de voortgang en uitkomsten van onderzoek delen we in het participatietraject met de omgeving.
Natuuronderzoek
Het plaatsen van windturbines kan gevolgen hebben voor dieren in de buurt van de geplande plekken. Volgens de Wet Natuurbescherming moeten we de effecten op de natuur en dieren in kaart brengen voordat we toestemming kunnen krijgen om de windturbines te plaatsen. We hebben als waterschap het Bureau Waardenburg ingehuurd om dit onderzoek te doen. Dit bureau is gespecialiseerd in het bestuderen van dieren en planten.
De Wet Natuurbescherming heeft regels om zowel bepaalde gebieden als specifieke diersoorten te beschermen. We moeten dus kijken welke invloed de windturbines hebben op gebieden die beschermd zijn, zoals Natura 2000- en NNN/NNB-gebieden. We schrijven een rapport waarin we de effecten op deze gebieden beschrijven. Dit noemen we een natuurtoets.
Daarnaast moeten we ook onderzoeken welke invloed de windturbines hebben op verschillende soorten dieren. Het Bureau Waardenburg doet daarvoor het volgende onderzoek: ze gaan op zoek naar (winter)vogels en vleermuizen rond de geplande plekken voor de windturbines. Hiermee kijken ze of de windturbines de vogels en vleermuizen kunnen raken, of ze de vogels die broeden storen, of de windturbines een barrière vormen en of andere beschermde dieren hun leefgebied verliezen. Ze schrijven alles op in een rapport. Dit rapport gebruiken we voor de vergunningen. Hierin staan ook ideeën om de effecten op de natuur en dieren te verminderen of teniet te doen. Dit noemen we ‘mitigerende maatregelen’.
Bij het eerste bezoek van een dierenexpert is gezien dat er veel vleermuizen zijn. In augustus en september komen er nog drie bezoeken om te kijken welke soorten vleermuizen er zijn.
We hebben het Bureau Waardenburg ook gevraagd om met mensen in het gebied te praten. Zij weten veel over de dieren daar. De expert heeft al met deze mensen gesproken om zo veel mogelijk te leren over de dieren.
Het onderzoek naar vleermuizen begon in juni 2023 (wanneer ze jongen krijgen) en gaat door tot eind september (wanneer ze paren en migreren). Het onderzoek naar (winter)vogels gebeurt tussen december 2023 en februari 2024.
Radarstudie
Het waterschap kan niet zelf de locaties voor de 3e en de 4e windturbines kiezen. De belangrijkste beperkende factoren zijn het radarbereik van de vliegbasis Volkel en de hoogte en vorm van de windturbines. TNO voert deze radarstudie uit. De aanwezigheid van hoge objecten binnen het radarbereik van de vliegbasis verstoort de radarbeelden die nodig zijn voor veilig vliegverkeer op en in de omgeving van de vliegbasis. Hoge en grote windturbines verstoren het radarbeeld en kunnen daarom niet geplaatst worden. Het waterschap moet daarom gebruik maken van kleinere windturbines waarvan het turbinedeel (de nacelle) zo klein mogelijk is. Dit zorgt ervoor dat er maar weinig windturbines geschikt zijn voor op en bij de rwzi.
In gesprek met de omgeving
Wij vinden het belangrijk de planuitwerking intensief af te stemmen met de omgeving. Daarom organiseren we verschillende participatiemomenten, waarop iedereen die dat wil op een passende wijze mee kan praten: intensief als onze plannen je direct raken, minder intensief als je op hoofdlijnen geïnformeerd wil blijven.
Informatiesessies directe omgeving
Omdat de directe omgeving een ander belang heeft bij de bouw van windturbines op de rioolwaterzuivering, organiseren we voor deze groep bijeenkomsten met informatie over de laatste ontwikkelingen en waar vragen beantwoord kunnen worden. Wij begrijpen dat deze groep mensen zorgen kan hebben over het project. Daarom willen wij hen graag intensief betrekken.
Klankbordgroep
De klankbordgroep bestaat uit afgevaardigden van verschillende belangen: mensen met bijzondere kennis over het onderwerp of de omgeving en burgers die namens een speciaal belang spreken. In bijeenkomsten van de klankbordgroep bespreken we diepgaand de ontwikkelingen rond het project, de inzichten uit het onderzoek en de reacties vanuit de verschillende belangen.
Informatieavond breed publiek
Naast de informatiesessies voor de directe omgeving, organiseren we ook voor een bredere groep bewoners uit het Land van Cuijk twee informatieavonden. Hier geven we in zicht in de stand van zaken, lichten we de uitkomsten van het onderzoek toe.
Kennistafel
Voor wie zich meer in de details wil verdiepen, biedt het waterschap aan een kennistafel te organiseren , bijvoorbeeld over de techniek, geluidsnormen, landschappelijke inpassing of participatiemogelijkheden. De onderwerpen staan nog niet vast. Tijdens de informatieavond kun je hiervoor suggesties doen.
Planning
Nadat de onderzoeken en het participatietraject zijn afgerond, maken wij de definitieve keuze om het windproject door te zetten of niet. Bij een positief besluit dienen we een aanvraag voor een omgevingsvergunning in bij de gemeente. Dit is pas mogelijk als het windbeleid van de gemeente Land van Cuijk definitief is. De gemeente toetst deze vergunningaanvraag aan haar beleid en aan het bestemmingsplan/omgevingsplan. Als de gemeente voor dit project een onherroepelijke vergunning afgeeft, starten wij een aanbesteding voor de windturbines. Daarna worden de windturbines besteld. We voorzien de realisatie van het windproject op zijn vroegst in het najaar van 2026.
Laatste ontwikkelingen
De leverancier van de windturbines heeft kortgeleden laten weten dat de deadline voor het bestellen van de windturbine van het type Enercon E115, om commerciële redenen, meer dan een jaar vervroegd is. Dit maakt dat het gebruik van dit windturbinetype niet meer mogelijk is. Het waterschap heeft daarom onderzoek gedaan naar alternatieven.
Bij dit onderzoek is een alternatief gevonden. Dit betekent dat we verder kunnen met het onderzoeken van de haalbaarheid van windturbines op deze locaties. Het alternatief is een windturbine van een andere leverancier, die qua masthoogte vergelijkbaar is met de eerdere turbines maar dan met een kleinere rotordiameter. Met deze windturbine op het terrein van de rwzi en de windturbines op de locaties ten oosten van de rwzi werkt het projectteam momenteel scenario’s uit.
Het gevonden alternatief heeft als positief resultaat dat de tijdsdruk kleiner is. Dit betekent dat het project kan wachten op het (nog te ontwikkelen) windbeleid van de gemeente Land van Cuijk, er meer tijd is voor overleg met de omgeving/bewoners en meer tijd voor (extra) onderzoeken ten behoeve van de wensen van de omgeving.
Veelgestelde vragen
Je kunt je vragen stellen per e-mail: wind-haps@aaenmaas.nl of bellen met de omgevingsmanager, Johan van Alphen, telefoon: 06-20 11 41 87.
Bij het project zijn verschillende overheden betrokken. Allereerst is er de gemeente Land van Cuijk. Zij zijn verantwoordelijk voor het beleid over wind in de gemeente en bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning die het waterschap moet aanvragen om de windturbines te mogen plaatsen. Ook de provincie Noord-Brabant heeft een rol in het project. De provincie is het gezag als het gaat om het ruimtelijk beleid van de provincie. Zij letten erop dat windturbines niet kriskras in het landschap worden geplaatst. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor het landelijk beleid voor duurzame energie en waar duurzame energie opgewekt moet worden. Deze overheid heeft dat georganiseerd door indeling in RES regio’s. RES staat voor Regionale Energie Strategie. Land van Cuijk valt binnen de RES Noordoost Brabant.
De overheid die direct betrokken is, is de gemeente Land van Cuijk. Zij moeten via een vergunning toestemming geven voor de plaatsing van de windturbines. Het waterschap vraagt deze bij hen aan. Het gaat over een Wabo-vergunning. Wabo staat voor Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De provincie speelt een rol omdat die heeft bepaald dat windturbines in clusters van minimaal 3 windturbines gegroepeerd moeten zijn. Dat beleid is verwoord in de Omgevingsvisie en de Interim Omgevingsverordening.
De hoogte van een windturbine wordt omgeschreven in een ashoogte en de tiphoogte. In onderstaande tabel staan de hoogten vermeld waar we op dit moment vanuit gaan.
Ashoogte | Tiphoogte | |
---|---|---|
Op de RWZI | Circa 70 m | Circa 100 m |
Buiten de RWZI | 111 m | 180 m |
Het waterschap wil twee windturbines plaatsen op het terrein van de rioolwaterzuivering en twee windturbines oostelijk van de rioolwaterzuivering. Zie ook het kaartje.
Er zijn twee manieren van participeren in dit project:
- Informeren: het waterschap houdt bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden op de hoogte van de ontwikkelingen via informatiebijeenkomsten, persoonlijke gesprekken met belanghebbenden en informatiebronnen als de website, nieuwsbrieven. Ook is het mogelijk te bellen of mailen met de projectmanager en de omgevingsmanager van het waterschap.
- Financiële participatie: de mogelijkheid voor betrokkenen om te profiteren van de opbrengst van de windturbines. Deze manier van participeren werkt het waterschap op dit moment uit en daarover volgt nog aanvullende informatie.
Het waterschap pakt de verduurzaming aan door in eerste instantie goed te kijken naar mogelijke energiebesparing bij het waterschap zelf. Dat is intussen afgerond. Vervolgens heeft het waterschap gekeken naar de mogelijkheden om zonne-energie te gebruiken als energievoorziening. Door het aanleggen van zonneparken op de terreinen van rioolwaterzuiveringen kan in een groot deel van de energiebehoefte worden voorzien. Met deze twee stappen heeft het waterschap al zo’n 90% gehaald. Omdat er niet meer mogelijkheden zijn voor zonneparken op eigen terrein, is ervoor gekozen om gebruikt te gaan maken van windenergie.
Om elektrische energie van zee naar de rioolwaterzuivering te krijgen, zijn diverse handelingen nodig. Hierdoor vindt er veel energieverlies plaats. Ook zijn de bedragen die ermee gemoeid zijn een veelvoud van de windturbines op de zuivering. Ten slotte is het zo dat de energie vanuit zee bedoeld is voor de industrie, een sector waaronder het waterschap niet valt.
Er zijn twee mogelijkheden om gecompenseerd te worden als er schade is door het plaatsen van de windturbines.
- Planschade: deze kan geclaimd worden als bijvoorbeeld de waarde van vastgoed minder wordt door het plaatsen van de windturbines. Iedereen die denkt planschade te hebben, kan in aanmerking komen voor deze vergoeding. Een beroep op planschadevergoeding wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
- Nadeelcompensatie voor ondernemers: als door de plaatsing van de windturbines een ondernemer minder rendement uit een onderneming of investering krijgt, kan een claim daarop een deel van het nadeel compenseren. Ook de claim op nadeelcompensatie moet ingediend worden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
Het waterschap moet net als iedereen voldoen aan wetten, beleidsregels en andere relingen. Hieronder staat een overzicht:
- Gemeentelijk windbeleid (in ontwikkeling)(opent in nieuw venster)
- Provinciaal windbeleid (ruimtelijk en veiligheid) ruimtelijk in de Brabantse Omgevingsvisie(opent in nieuw venster)
- Ruimtelijk in Interim Omgevingsverordening, artikel 3.37 e.v.(opent in nieuw venster)
- Veiligheid(opent in nieuw venster)
- Landelijk windbeleid
- Windenergie op land(opent in nieuw venster)
- Regionaal(opent in nieuw venster)
- Waterschap Aa en Maas (duurzaamheids- en energiebeleid)
De omgevingswet bundelt bestaande wetten. De regels waaraan het waterschap moet voldoen veranderen in principe niet (qua vergunningverlening en de informatie bij de vergunningverlening). Wat wel verandert is dat het waterschap verplicht wordt een participatieproces met de omgeving in te richten. Met de bijeenkomst van 2 maart, de gesprekken met de omgeving en de daarbij behorende communicatie is intussen gestart. De termijnen voor de inspraak zijn geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Deze veranderen niet.
Rijksoverheid – landelijk beleid over doelen duurzaam opgewekte energie (Regionale Energie Strategie) én landelijk ruimtelijk beleid over de plaats waar windenergie opgewekt moet worden.
Provincie Noord-Brabant – ruimtelijk beleid voor windturbines en windparken.
Gemeente Land van Cuijk – lokaal windbeleid (gebaseerd op landelijk en provinciaal beleid), afgifte vergunning plaatsing windturbines (Wabo en na 1 januari 2024 de Omgevingswet).
De gemeente Land van Cuijk is op dit moment bezig met het opstellen van beleid op voor de plaatsing van windturbines binnen het grondgebied van de gemeente. De verwachting is dat dit beleid eind 2023 ingevoerd wordt. De gemeente volgt bij het maken het nieuwe windbeleid van de rijksoverheid.
Het waterschap moet zich, net als ieder ander, houden aan dit beleid en de vastgestelde regels volgen.
Hoeveel geluid een windturbine maakt verschilt per model. Windturbinegeluid ontstaat bij het mechaniek binnenin en door de luchtstroom langs de wieken en de mast. Hoeveel je van dat geluid hoort hangt van verschillende factoren af, zoals de windrichting en de afstand tussen jou en de molen.
Om overlast zo veel mogelijk te voorkomen hebben we in Nederland een geluidnorm afgesproken. Deze bedraagt 47 decibel (dB), gemeten op de gevel van een woning. Om een beeld te geven van hoe luid dat is: 40 decibel is ongeveer het geluid van een koelkast, 50 decibel is te vergelijken met een lichte regenbui.
Hoeveel geluid windturbines mogen maken is wettelijk in een norm vastgelegd. Volgens deze norm mogen windturbines gemiddeld niet meer dan 47 decibel (dB) aan geluid veroorzaken. Die 47 dB betreft het geluidniveau bij de gevel van een woning, dus aan de buitenkant. Binnenin de woning zal dit dus een stuk zachter klinken. Deze norm is een jaargemiddelde en zegt dus niet direct iets over het geluid op een specifiek moment.
Voor de nacht is deze norm 6 dB lager gesteld, dus op 41 dB. De norm voor de nacht is maatgevend: hier moet dus altijd aan voldaan worden.
Op dit moment staat de landelijke norm voor windturbinegeluid ter discussie, omdat deze norm volgens de rechter niet met het juiste onderzoek onderbouwd is. De regering komt binnenkort met een betere onderbouwing van een norm voor windturbinegeluid. Tot die tijd mogen gemeenten of provincies een eigen lokale norm gebruiken, die goed gemotiveerd moet zijn.
Windturbines mogen volgens de wet ’s nachts minder geluid maken dan overdag. In de nacht is er namelijk minder achtergrondgeluid van bijvoorbeeld verkeer en valt het geluid van de windturbine meer op. Daarnaast is er meer stilte nodig om mensen rustig te laten slapen.
De ervaring leert dat het jaargemiddelde geluidniveau aan de buitenkant van woningen in de nacht zo’n 39 decibel is. Dit is ongeveer gelijk aan het geluidniveau in een slaapkamer zonder activiteit. Af en toe kan het geluidniveau in de nacht maximaal 3 tot 5 decibel hoger zijn dan dit gemiddelde. Dit kan voorkomen als het hard waait en de windturbine op maximale snelheid draait. Hoe harder een windturbine draait, hoe meer geluid deze maakt. Maar het is niet zo dat windturbines altijd harder gaan draaien als het harder waait. Vanaf een bepaalde windsnelheid wordt de snelheid van de windturbine namelijk begrensd. De windturbine wordt dan afgeremd en maakt dan dus minder geluid. Zo wordt voorkomen dat het geluid ’s nachts de norm overschrijdt.
Vragen? We helpen je graag!
Johan van Alphen

- Functie
- Omgevingsmanager
- Telefoon
- 06-20 11 41 87
- windenergie@aaenmaas.nl
Ernst-Jan Melisie

- Functie
- projectleider
- Telefoon
- 06-22 05 59 23